11/23/04

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////More

|||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I||||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|
|||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||I|I|I|I|I||II|I||||||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|

//////////////////////////Favorites




|||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I||||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|
|||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||I|I|I|I|I||II|I||||||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I||||I|I|I|II|I|||||I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I||||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I| I|I||II|I|||||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|

//////////////////////////More About Me
The experience of a glitch is uncatchable. It goes against reason and has no solid form or state through time; it is ephemeral. A glitch is a wonderful interruption that shifts an object away from its ordinary form and discourse. For a moment I am lost, in awe, asking myself what this other utterance is, how was it created, is it perhaps... a glitch? Glitch art moves like the weather; sometimes it moves very slowly while at other times it can strike like lightning. Beautifully dangerous, it takes at once all the tension of other possible compositions away.
At the moment I experience a glitch, there are too many variables involved to completely understand how and why a specific piece is created. Once I have named the experience a ‘glitch’, I changed my understanding of it; I now accept it and can move on to try to understand it. The earlier experience of non understanding has made place for a rational reflection, in which I can try to map its composition and trace back its origins.
I cannot pinpoint a specific beginning of this glitch studies, nor one particular cause for why I moved my theoretical and practical work towards the realm of glitch. I think my reflections on glitch art gradually took shape during a long, disjointed academic path in which I finally found not only an enchanting subject, but also the time and possibilities to research it. Before I got here, I experienced art school, where I learned how things were supposed to work (I studied Digital Media Design) and art history at the university (where the only artifacts that were on the program for studies were marble nudes). I realized that the many linear, tutorial educational styles did not speak to my imagination and that neither media and computer disciplines nor art perspectives related completely to my fascination for the glitch.
Glitch studies is a very complex studies that takes place between disciplines and categories of both theory and practice, sense and nonsense. Without a nonsense approach, glitch studies would not exist. I came to this conclusion after I my first master in new media in 2006. I finished this studies with a master thesis on the digital art collective Jodi. Even though the work of this collective is often referred to as 'classic' of glitch art, I did not reference to ‘glitch art’ once. In hindsight, I think I was trying to understand their art so ‘well’ (from a theoretical point of view), that I could not see the glitch anymore; Jodi’s art had ‘just’ become highly conceptual. In this part of my studies the balance of my research had shamelessly tipped in favor of theory.
This proposal for a glitch studies comes with a practical foundation, of which an important part is tied up with my collaborations with the musician Anders Carlsson (Goto80 / Extraboy). These collaborations shifted my interests from more static media to the video medium, in which I started making synesthetic translations of the structures of his music into video, by for instance zooming in and out and editing videos slower and faster to the music. Although I liked the final results of these first videos, the outcomes always felt a bit arbitrary and easy. This motivated me to search for more technologically based translations of musical effects into the video medium.
New possibilities presented themselves when Goto80 explained me how he uses the Commodore 64 sound chip (the SID chip) for the creation of music. For example, the volume envelopes for sounds are difficult to stabilize due to bugs in the chip, while the filters are partly analogue and vary between computers. Goto80 uses these bugs to achieve dynamics and unpredictability in his music. I noticed that the bugs Goto80 exploits give a very specific texture to the sound, and more importantly, that these textures have visual equivalents. I gradually found more and more of these correspondences between audio and visual technologies and started using them in my works that I came to think of as ‘Videoscapes’. In these Videoscapes I set out to create new environments consisting of both sonic and visual artifacts.
During these modes of working, I realized that the tools I used were not neutral objects. Some functionalities were ‘illegal’ or erroneous. They were rejected by software as invalid or unsupported and fell outside the preprogrammed field of reason; they are an example of digital madness that I find very inspiring. I also learned that these disregarded functions varied greatly between different hardware and software. This is why I switch very often between different media (modern computers, consumer electronics from the 1980s, photo cameras, codecs, audio, ROMs, image file formats). My work is does not focus on oppositions like for instance hard and software, real versus virtual or analogue versus digital. Instead, it is mostly an attitude towards machines that are known to be controlled by rigid laws. I explore what happens beyond these laws, as an investigation into the unreasonable. What are the possibilities of the unreasonable and where do these possibilities end?


|||I|I|I|II|I|||||I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I||||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I| I|I||II|I|||||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|


Altijd, en vooral tijdens mijn studie aan de UVA ben ik praktisch actief geweest op het gebied van fotografie en film. Om me hierin te scholen heb ik een jaar de akademie voor Beeld en Geluid in Hilversum gevolgd, maar de opleiding sloot te weinig aan bij wat ik zocht. Naast mijn studie werkte ik tot 2007 als freelance fotograaf bij commerciële bedrijven. Hierbij hield ik me vooral bezig met de vraag hoe ik een beeld het best kon 'framen'. Ik wilde dat mijn foto's zo goed mogelijk werden ontvangen binnen het systeem waarin ik werkte.
Een belangrijk moment binnen mijn ontwikkeling op het gebied van film en fotografie was het zien van de tentoonstelling over Jodi, genaamd 'World Wide Wrong' (2005, Montevideo/NIMK), waar ik voor het eerst in aanraking kwam met 'glitch kunst'. Deze tentoonstelling raakte me, ook al begreep ik er in eerste instantie niets van. Ik ontdekte dat de wereld van het (digitale) beeld niet alleen uit (nagestreefde) perfectie bestaat, maar dat er ook ruimte is voor onbekende, ongeaccepteerde of ‘foute’ mogelijkheden.
Normaal gesproken wordt een verstoring van de digitale transmissie als hinderlijk ervaren maar de ‘glitch' kan dus blijkbaar ook als een bijzonder fenomeen worden opgevat. Deze ontdekking was voor mij een enorme verrassing, die veel nieuwe vragen opriep, zoals 'wat is een glitch eigenlijk?' en 'wat is glitch kunst?' Deze vragen zette mij ertoe mijn master thesis over Jodi’s kunst te schrijven; een onderzoek dat ik later doorzette in mijn artistieke werk. Ik raakte steeds meer gegrepen door deze prachtige maar tegelijkertijd angstaanjagende ontwrichtingen van technologie, die de bedoelde communicatieve verschijningsvormen van geluid en beeld vertekend en soms zelfs uit haar voegen doet barsten.
De ontdekking van glitch kunst bracht mijn originele zoektocht naar (commercieel verkoopbare) harmonie en functionaliteit in een nieuwe fase waarin mijn drang en voorliefde voor controle en evenwicht in sterk contrast stonden met mijn groeiende fascinatie voor het creatieve potentieel van ‘fouten’. Door de computer vond ik een nieuwe en experimentele plek waar ik niet perfect kan en hoef te zijn. De nieuwe en vreemde ervaring van onbalans en de 'breuk' als een schokkend momentum waren de ontdekkingen die mij op een nieuw pad brachten. In tegenstelling tot het zoeken naar de bestaande perfectie en esthetica, leverde deze ontdekking een vonk van creatieve energie op, die mij uitdaagde om deze mogelijkheden verder in kaart te brengen en uit te buiten.

Tijdens mijn eerste verkenningen van het verstoorde beeld ontdekte ik vooral de bijzondere ruïnes van verloren betekenissen. Later ontstond het gevoel dat er méér was dan alleen beschadiging, ravage en chaos. Nu denk ik dat een glitch het beste te omschrijven is als een onbedoelde consequentie van een verstoring, imperfectie of ongeluk binnen één of meer digitale informatie stromen. 'Glitch-kunst' daarentegen zijn beelden of objecten die deze consequenties (metaforisch of niet) uitbuiten en daarmee vaak een politieke boodschap over brengen. Ik ben nu meer en meer overtuigd van het belang om verder te kijken dan het dominante dogma van transparante, perfecte technologie. Ik geloof dat elke technologie zijn eigen vingerafdrukken, breekpunten en crashes heeft en ik wil juist de mogelijkheden van deze ‘artifacts’ benadrukken. In mijn werk zet ik als het ware een stap terug vanuit de overtuiging dat niets zich verder kan ontwikkelen zonder (potentiele) afbraak of breuk.
Het zijn deze breekpunten binnen ontwikkelingen die mij intrigeren: 'the tipping points of failure' bieden ruimte en perspectief voor wezenlijke vernieuwingen die verder gaan dan een manier om 'nieuwe visuele effecten' te creëren. 'Vernieuwing en glitchkunst' en 'nieuwe vormen van de digitale media' hebben volgens mij een dieper liggend potentieel waarin artistieke experimenten, technische kennis en academisch onderzoek samen kunnen komen. Mijn opvatting is dat nieuwe media en digitale communicatie niet bestaan zonder glitches. Dat is mijn gedachte achter mijn “glitch studies”: een studie naar dat wat (nog) onbekend en ongeaccepteerd is op het gebied van digitale bewerking van beeld en geluid.

Na het schrijven van mij master thesis ben ik begonnen aan mijn lopende serie 'Videoscapes', waarin ik mij heb toegelegd op het creëren van nieuwe audiovisuele omgevingen, bestaande uit noise artifacts (glitches, compressies en feedback). Met de titel Videoscapes refereer ik naar een plek waar een nieuwe manier van kijken en het ontdekken van de normaal gesproken verborgen digitale structuren voorop staat. In 2008 had ik mijn eerste Videoscape optreden tijdens het Video Vortex avond programma.
Tijdens mijn werk aan Videoscapes is het mij steeds duidelijker geworden dat de technologiën die ik gebruik, niet neutraal zijn. Sommige acties zijn ‘onjuist’ of zelfs ‘illegaal’ en worden met deze boodschap dan ook afgebroken en niet ondersteund. Dit soort bewerkingen vallen niet binnen het voorgeprogrammeerde gebied van digitale rede, maar onder de noemer van digitaal afval (zij hebben een ongeldige taxonomie, of zijn betekenisloos). De resultaten zijn echter vaak verreweg van chaotisch of ongestructureerd. Alhoewel zij varieren per hard- en software hebben de zij vaak één ding gemeenschappelijk: zij kunnen tot nieuwe inzichten in de inherente structuur van de technologie leiden. Dit is waarom ik regelmatig schakel tussen verschillende media (moderne computers, consumenten elektronica van de jaren ‘80, foto's, codecs, audio, ROMs, image file formats, etc.). Ik vind mijn inspiratie in wat er gebeurt op de rand van deze breuken van de vooropgezette structuur van technologie (mijn materiaal), als een onderzoek naar wat net buiten ‘digital rede’ of acceptatie bestaat.
Wat mijn exploitaties van verschillende technologien bij elkaar brengt, is wat ik een ‘krititsche media esthetiek’ noem: de esthetiek die naar voren komt niet alleen wanneer een technolgie zich in een kritische staat bevindt (een vervallen, ongewenste, onherkenbare en ongelukkige toestand), maar ook een esthetiek die kritiek op de 'normale' functionaliteit van de technologie (genre, interface en verwachtingen) levert. Deze kritische media esthetiek leidt niet alleen tot nieuwe structuren en vormen in beeld en geluid, maar ook tot nieuwe genres, filters en begrip binnen de audiovisuele kunst. Naar mijn mening baseert deze kritische media esthetiek zich op 'glitchspeak', een taxonomie-schat of digitale woordenschat die, tegenovergesteld aan Newspeak, beschreven kan worden als een steeds groeiende taal die als een pantser, een exoskelet van vooruitgang, ingezet wordt.


|||I|I|I|II|I|||||I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I||||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I|I|I| I|I||II|I|||||I||I|I|I|I|I||II|I|||||I|I| I|I||II|I|||||II|I|||||I|I|I|I|I||II|I|||||I|

No comments: